Water-Stop.NU

Contact Info

contact@water-stop.nu

Informatie

Ervaringen

Sjoerd, verslaggever bij MeerVandaag, was er als de kippen bij toen de situatie in Meerssen uit de hand dreigde te lopen. Hij startte achterin een auto een liveblog toen de eerste camping werd ontruimd. ‘Al snel hadden we 10.000 bezoekers op de site en werd er flink getwitterd, ook door RTL en de NOS.’ zegt hij en vertelt verder. Waar de veiligheidsregio opriep auto’s weg te halen, toonde de website van het Waterschap nog code groen; niks aan de hand dus. In de vroege ochtend van 15 juli was het Tussen de Bruggen en bij het zwembad al onder water gelopen. Ik ben er met een cameraman op af gegaan. Vanaf dat moment leefde ik vier dagen in een flow. Naar de winkel voor laarzen, naar de studio voor montage, met de brandweer op pad en overal mensen interviewen. Wegen waren afgesloten, overal militairen en verdwaasde mensen door het water. Tot in de nacht hebben we verslag gedaan van de evacuaties en het opkomende water. Met het afgaan van het luchtalarm op vrijdagmiddag kwam de paniek en voor het eerst voelde ik dit zelf ook. Ik zag mensen met bigshoppers, agenten en op de app las ik ‘wegwezen!’ We hebben de auto laten staan en zijn te voet een laptop gaan halen om toch nog veldwerk te kunnen doen. Dan merk je dat je afhankelijk bent van vrijwilligers en dat je een beperkte technische capaciteit hebt. Dat is wel jammer, maar je wordt er ook creatief van. Live verslaggeving vind ik het mooiste om te doen. Ik droom van technische hulpmiddelen om dit mogelijk te maken. Achteraf gezien had ik ook Geulle aan de Maas willen filmen. Daar waar ze vroeger veel met wateroverlast te maken hadden, zijn we nu niet geweest. Weken later heb ik me pas gerealiseerd wat er eigenlijk was gebeurd, toen de adrenaline was weggezakt. Mooi was het compliment dat we kregen op het terras van een gast. Hij gaf uit dankbaarheid een rondje aan het hele team van MeerVandaag.

Sjoerd

MeerVandaag (Journalist)

2e Kans bekeken! Een jaar geleden, liepen ons huis, de garage en geurige bloementuin onder het Geulwater. Rond middernacht werden de man en ik geëvacueerd naar een hotel. Met eveneens water-gedupeerde vrienden maakten we er het beste van. Terugkijkend, beseften we nog niet wat ons overkomen was, we vermaakten ons goed, het was zelfs gezellig. Elke avond om 21.00u. samen ‘pinten’, zoon 2 vond het vermakelijk en tegelijkertijd verbazingwekkend ons zo vrolijk te zien. Het eerste besef kwam na het zien van het filmpje dat zoon 1, daags erna maakte van onze volgelopen benedenverdieping. Nooit meer vergeet ik de op het 1m hoge bruinige water drijvende sinaasappelen en andere huisraad. Na vier dagen, toen de smurrie nagenoeg gezakt was tot op vloerniveau en het sein ‘veilig’ was gegeven, kwamen we thuis. Pas toen drong tot ons door, dat onze volledige benedenverdieping geen 2e kans meer had. Treurig, maar tegelijkertijd ervoeren we de warmte van iedereen. Als ware Marie Kondo’s raasden we door onze spullen en vulde de afvalcontainer zich als vanzelf, met huisraad, meubilair en kunst die ooit van ons huis ons thuis hadden gemaakt. Een jaar later wordt onze nieuwe keuken geïnstalleerd (hiep hoi, het camping-koken komt ten einde) en zet de aannemer de laatste puntjes op de i. Het slaan van sloophamers, geruis van bouwdrogers, schurend kabaal van slijpmachines, geurtjes van stukadoor-, timmer- en verfwerk, het geregel met de aannemer en gesteggel met onze verzekeraar liggen achter ons. Wij (en met ons, vele anderen!) waren de dupe van extreme klimaatomstandigheden, het ontbreken van regie, slecht onderhoud en gemankeerde samenwerking van instanties. Het afgelopen jaar was impactvol, op sociaal, mentaal en financieel vlak en niets van dat alles was onze eigen keuze, het is ons overkomen. Wij tellen echter nog steeds vooral onze zegeningen, want door de wereld van vandaag raast helaas op velerlei gebied veel erger leed!

Lea

Bewoner rampgebied

Wie had in juli ’21 gedacht dat we er nu, een jaar later, zo bij zouden zitten? De uitspraak ‘als we met kerst maar weer aan tafel kunnen!’, klonk toen nog pessimistisch. Alsof schadeherstel in een paar maandjes wel gefikst zou zijn. Niets is minder waar. De puin- en wooncontainers staan nog altijd in onze wijk. Dat de wijk van ‘ons’ is, is voor mij wel duidelijk. ‘We’ zijn getroffen, waren op tv en voelen ons in de steek gelaten als ‘we’ het hebben over de evaluatierapporten die vertellen dat instanties het best oké gedaan hebben tijdens de watersnood. Maar hoe kan het dan dat ‘we’ ons nog niet veilig voelen na ‘n paar fikse regenbuien? Is dat het gevoel van de ‘nafase’ waar de gemeente over praat of gaat dit een keer over? En zo ja, wanneer?! Nog steeds krijg ik de vraag: ‘waar kwam dat water nou vandaan?’ niet goed beantwoord. Mensen staan dan in mijn tuin verbaasd het landschap in te turen. Het water heeft hier toch de ruimte zou je zeggen. Dan doe ik verwoede pogingen de badkuip waarin we wonen te visualiseren, zwaaiend met mijn armen en wijzend naar de heuvels en de kanaaldijk. Tot slot steek ik een vinger in het gras om duidelijk te maken dat het water toch vooral uit de grond kwam. Tja, dus die mobiele dijken waar ik iets van op tv zag, hebben dus geen enkele zin? Tijd voor actie! En daarmee bedoel ik: ben eens eerlijk, voel je verantwoordelijk en kijk over je eigen domein heen! Een volgende ramp dient zich zomaar aan. Visueel is er immers niets veranderd, buiten dan de duikers die in kaart zijn gebracht en de sifon die eens is gereinigd. Maar tegen wie roep ik dit nou? Waterschap, de gemeente, Rijkswaterstaat, de provincie of de minister? Wie is mijn aanspreekpunt als ik exact wil weten wat de oorzaak is van het feit dat we nu nog met zovelen in de ellende zitten? Mijn huis is gesloopt en na de bouwvak start de herbouw. Wat ben ik blij dat ik dat heb kunnen regelen. Wie mag ik daarvoor bedanken?

Saskia

Bewoner rampgebied

‘Zo hoog heeft het water gestaan, precies genoeg om alles te vernielen.’ Jeanny wijst de waterlijn aan op haar houten kastje dat nu buiten pronkt als enig aandenken. Een jaar geleden stond het binnen in het antiekhoekje tegenover de haard. Die overigens ook gesloopt is geweest. Nu is alles opgeknapt, strak en fris. ‘Maar genieten doe ik er niet van. Langzaam wordt het weer ons thuis.’ Wij waren de eerste die hier het water binnen kregen. Die ochtend wandelden we naar Bunde. Bij de brug werden we tegengehouden. We mochten niet verder en dus liepen we weer naar huis, nietsvermoedend. Achteraf vind ik het gek dat we niet zijn gewaarschuwd, want enkele uren later stroomde het water door onze straat. Het ging zo snel. Rond 15:00 uur zei Lou: ‘Heb je dat water gezien in de wei?’ Ik ben naar boven gegaan om het beter te zien. En ja, de wei was voor de helft een lange vijver geworden. Ik nam foto’s en dacht dat het grondwater was, maar eenmaal beneden zag ik het stromen. In een paar minuten tijd kwam het water kolkend de oprit op, onder de poort door onze tuin in. Lou zat verstijft op de bank, ik ben gaan filmen. Achterlijk hoe je dan handelt. Ik heb alleen wat lampen en 4 wc rollen gered en geen notie gehad om bijvoorbeeld auto’s weg te zetten. Mijn dochter belde en kwam ons halen. Lou was met twee tassen om zijn nek al door het water gaan lopen. Ik deed de achterdeur open om de hondenriem te pakken en op dat moment kreeg Mazzel een vloedgolf over zich heen. Die arme hond begon direct te zwemmen. Met een handtas en een emmer brokken heb ik aan zijn riem gehangen. De waterstroom was flink en Mazzel trok me door de straat. Hij heeft mij echt gered. Het half jaar dat volgde hebben we in de keuken gewoond. Uren heb ik gebeld, dagelijks aan de lijn, steeds vriendelijk maar streng. En nu is het klaar, maar het gevoel is niet meer hetzelfde. Met elke regenbui krijg ik verhuiskriebels, maar het saamhorigheidsgevoel maakt dat we blijven.

Jeanny
Jeanny